Interventieradiologie

Selective Internal Radiotherapy Therapy (SIRT) is een vorm van stralingstherapie waarbij via een dunne katheter harsmicrosferen worden geïnjecteerd die een radioactieve substantie (Yttrium-90) bevatten. De katheter wordt ingebracht in de liesslagader en onder röntgenbewaking naar de ader gebracht die de lever voedt (leverslagader). Deze handeling wordt onder lokale verdoving in de lies uitgevoerd door een interventieradioloog in een angiografieruimte op de röntgenafdeling van een ziekenhuis. Een interventieradioloog is een arts gespecialiseerd in minimaal invasieve behandelingen met gebruik van beeldgeleiding.

Work-up - of voorbereidingsprocedure

De hele behandeling bestaat uit twee afzonderlijke angiografische procedures, doorgaans een week na elkaar. De eerste procedure (soms de 'voorbereidingsprocedure' of 'work-up procedure' genoemd) bestaat uit het beoordelen van de anatomie van de aderen naar de lever, en potentieel afsluiten van kleine verbindingen tussen de leverslagaderen en slagaderen naar andere organen, in het bijzonder de maag, het darmkanaal en de alvleesklier. Het afsluiten van deze niet-essentiële bloedvaten voorkomt dat radioactieve deeltjes hun weg naar deze organen vinden en mogelijk schade aan deze organen veroorzaken. Nadat dit is gedaan, wordt via de katheter een zeer kleine hoeveelheid radioactiviteit ingespoten in de leverslagader. Dit is geen behandeling, maar deze radioactiviteit is een 'surrogaat' van de feitelijke behandeling, waarmee wordt gemeten hoeveel van de behandelingsdosis via de lever naar de longen stroomt. Deze meting wordt direct uitgevoerd nadat het angiogram is afgerond door middel van een scanner in de afdeling nucleaire geneeskunde. Indien meer dan 20% van de radioactiviteit de longen bereikt, kan de behandeling niet op de normale wijze worden voortgezet, vanwege het risico op stralingsschade aan de longen.

De SIRT-procedure

De feitelijke behandeling wordt in de daarop volgende week uitgevoerd met opnieuw een angiografie, waarbij de therapeutische dosis van stralingsdeeltjes langzaam via de katheter in de leverslagader wordt geïnjecteerd. Hierbij kan een ongemakkelijk gevoel in de buik ontstaan vanwege het aantal geïnjecteerde deeltjes, maar dit wordt gemakkelijk verholpen met eenvoudige pijnstillers. De tijd die voor deze behandeling in het ziekenhuis moet worden doorgebracht, is doorgaans minimaal (gemiddeld 8 - 24 uur). In sommige behandelingscentra is het gangbaar om de patiënt na een angiografie in het ziekenhuis te laten overnachten, maar dat hangt af van het tijdstip van de dag waarop de procedure wordt uitgevoerd. Als de behandeling is toegediend, wordt de patiënt gewaarschuwd dat hij of zij gedurende een week lichte stralingsniveaus uitscheidt. Voordat de patiënt wordt ontslagen, wordt daarom een standaardadvies gegeven om ervoor te zorgen dat familieleden of bezoek via de patiënt geen significante stralingsdosis oplopen. De risico's hierop zijn echter minimaal zolang de simpele voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.