De resultaten van de gecombineerde analyse van de FOXFIRE-studie, een studie onder 1.103 gerandomiseerde patiënten die of de standaard eerstelijnschemotherapie voor naar de lever uitgezaaide colorectale kanker ondergingen, of dezelfde chemotherapie kregen plus een behandelingsprocedure met de naam selectieve inwendige bestraling waarbij gebruik wordt gemaakt van radioactieve yttrium-90 harsmicrosferen, worden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse oncologievereniging ASCO (American Society of Clinical Oncology) op 5 juni. De samenvatting werd op 17 mei door ASCO gepubliceerd.
De primaire analyse combineert gegevens van de SIRFLOX-studie, voor het eerst gepresenteerd in 2015, met gegevens van twee nieuwe studies - FOXFIRE en FOXFIRE-Global.
Alhoewel er geen verschil in de algehele overleving blijkt tussen patiënten die met microsferen plus chemotherapie behandeld werden vergeleken met patiënten die enkel chemotherapie ondergingen, waren er klinische voordelen die uit de studie naar voren kwamen.
Uit een meer gedetailleerde analyse binnen verschillende patiëntengroepen is gebleken dat de overleving van patiënten met darmkanker die in de rechterzijde van de darm is ontstaan aanzienlijk meer baat zullen hebben bij de toevoeging van SIRT met Y-90 harsmicrosferen aan chemotherapie vergeleken met andere patiënten. De validiteit van deze nieuwe bevinding wordt momenteel geanalyseerd aan de hand van gegevens afkomstig van andere klinische studies.
De gecombineerde analyse van de FOXFIRE-studie bevestigt tevens dat de progressievrije overleving in de lever aanzienlijk beter was en dat de respons van de tumor verhoogd werd bij patiënten die met SIRT behandeld worden. Dit sluit aan bij de resultaten van de in 2015 gepresenteerde SIRFLOX-studie.
In zijn commentaar op de bevindingen zegt Professor Ricky Sharma, coördinator voor SUN, het volgende:
"Alhoewel algehele overleving de gouden standaard voor gerandomiseerde fase 3 klinische studies vormt, is het vaak moeilijk om statistisch significante resultaten te zien, gezien de meerdere lijnen van therapie van patiënten nadat zij de nieuwe behandeling ondergaan hebben en is het onmogelijk om controle over de overstap naar de nieuwe behandeling te hebben nadat de patiënt de protocol therapie heeft afgesloten. Zelfs in een zeer grote fase 3 studie is het moeilijk controle uit te oefenen wat betreft alle biologische factoren, aangezien onderzoekers nog steeds voorheen onbekende factoren die kanker stimuleren, ontdekken. Uit recente studies is bijvoorbeeld gebleken dat rechtszijdige colorectale kanker verschilt van linkszijdige colorectale kanker, terwijl we deze beide ziekten als een en dezelfde ziekte beschouwden bij het plannen van de FOXFIRE- en SIRFLOX-studies meer dan tien jaar geleden.
De gecombineerde analyse van de FOXFIRE-studie werd bekeken om een specifieke vraag te stellen over het gebruik van SIRT in combinatie met één soort chemotherapie als eerstelijnsbehandeling voor uitgezaaide colorectale kanker. De studie was de grootste fase 3 studie die ooit in de geschiedenis van Interventie Oncologie is uitgevoerd. Aan de studie namen patiënten deel waarbij een slechte prognose wat betreft uitgezaaide colorectale kanker was vastgesteld, en waarbij de oorspronkelijke tumor vaak was achtergebleven, en patiënten met een aantal uitzaaiingen buiten de lever, in bijvoorbeeld de longen.
De gecombineerde analyse bevestigt een betere bestrijding van leverziekten door het gebruik van SIRT, maar we waren teleurgesteld te zien dat de betere bestrijding van leverziekten geen impact op de algehele overleving van deze patiënten veel later in het traject had, nadat patiënten andere therapielijnen hadden ondergaan.
Eén zeer interessante bevinding die uit deze grote dataset afkomstig is, is een mogelijk overlevingsvoordeel onder patiënten met een primaire tumor ontstaan in de rechterzijde van de dikke darm, in het bijzonder aangezien we nu weten dat deze patiënten niet goed op huidige chemotherapie en biologische therapieën reageren en er momenteel niet veel effectieve behandelingmogelijkheden beschikbaar zijn.
Gedurende de komende maanden zullen we deze belangrijke bevinding uitvoerig onderzoeken om zo de relevantie hiervan voor patiënten met colorectale kanker te bevestigen."
Professor Patrick Flamen, diensthoofd van de dienst Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Radiotherapie aan het Jules Bordet Instituut in Brussels en SUN-coördinator voor België gaf het volgende commentaar:
"De impact van de data op rechtszijdige colorectale kanker zou zeer boeiend kunnen zijn. Dit is een kanker die zeer moeilijk te behandelen is en alles wat ons bij het effectiever behandelen van de patiënt kan helpen is ten zeerste welkom.
Het primaire eindpunt van de gecombineerde studie zal geen of weinig impact op huidige behandeling praktijken hebben, aangezien de patiënten die momenteel in de meeste landen SIRT aangeboden krijgen, diegenen zijn die niet gereageerd hebben op alle standaard chemotherapiebehandelingen."
Colorectale kanker is de op drie na meest voorkomende kanker ter wereld en de derde voornaamste doodsoorzaak ten gevolge van kanker, verantwoordelijk voor bijna 700.000 sterfgevallen per jaar. Bij meer dan de helft van patiënten met colorectale kanker wordt uitzaaiing aangetroffen, voornamelijk in de lever.
De gecombineerde analyse van de FOXFIRE-studie was een studie onder 1.103 gerandomiseerde patiënten die of standaard eerstelijnschemotherapie voor naar de lever uitgezaaide colorectale kanker ondergingen, of dezelfde chemotherapie kregen toegediend plus een behandelingsprocedure genaamd selectieve inwendige bestraling, waarbij gebruik werd gemaakt van radioactieve yttrium-90 harsmicrosferen.
De primaire analyse van dit onderzoek combineert de gegevens van de SIRFLOX-studie, voor het eerst gepresenteerd in 2015, met gegevens van twee nieuwe studies - FOXFIRE en FOXFIRE-Global.
In de gecombineerde analyse van de FOXFIRE-studie ontvingen patiënten in één arm van de studie op oxaliplatine gebaseerde chemotherapie (mFOLFOX6 of OxMdG), met of zonder een biologische stof. In de andere arm van de studie ondergingen patiënten dezelfde systeem therapie (met een dosisaanpassing van oxaliplatine) plus een enkele behandeling met radioactieve yttrium-90 harsmicrosferen.
Om aan deze studie deel te nemen, werd toegestaan dat patiënten een beperkt aantal uitzaaiingen buiten de lever hadden naast de uitzaaiingen in de lever die niet chirurgische verwijderd konden worden.
Patiënten met gevorderd of inoperabel hepatocellulair carcinoom (HCC), die één of twee behandelingen met levergerichte SIRT (gebruik makend van SIR-Spheres, Y-90-harsmicrosferen) in het Franse SARAH-onderzoek met 459 patiënten hebben ondergaan, hadden een vergelijkbare overleving als patiënten die de standaard tweedagelijkse systemische behandeling met sorafenib ondergingen. De SIRT-patiënten hadden aanzienlijk minder ernstige behandelingsgerelateerde bijwerkingen en een aanzienlijke betere kwaliteit van leven, zo blijkt uit de gegevens die gepresenteerd werden op The International Liver Congress™ 2017 in Amsterdam.
De resultaten die een invloed kunnen hebben op de behandeling van patiënten met leverkanker overal ter wereld werden bekendgemaakt door de hoofdonderzoeker van het SARAH-onderzoek, Professor Valérie Vilgrain MD, PhD, Afdeling Radiologie, Beaujon Hospital, Assistance Publique - Hôpitaux de Paris (AP-HP) en Université Paris Diderot, Sorbonne Paris Cité, Frankrijk.
"Noch sorafenib, noch SIR-Spheres Y-90-harsmicrosferen toonden een aanzienlijk statistisch verschil in de algehele overlevingskansen (OS - Overall Survival) van de onderzoekspatiënten aan", aldus Professor Vilgrain. "Ondanks dat 26,6% van de patiënten in de SIRT-arm geen SIR-Spheres volgens protocol toegediend kregen, was er geen significant verschil in het primaire eindpunt van algehele overleving (OS) van de 'intention-to-treat' populatie [ITT] (mediaan 8,0 vs. 9,9 maanden; p=0,18). Daarbij komt dat als we naar de patiënten kijken die volgens het SARAH-protocol SIR-Spheres of sorafenib gekregen hebben, de mediane algehele overleving (OS) identiek was (9,9 vs. 9,9 maanden; p=0,92)."
"Hetgeen belangrijk is voor de patiënten is dat de resultaten van deze eerste grote head-to-head-vergelijking van levergerichte selectieve inwendige radiotherapie (SIRT) en systemische chemotherapie met sorafenib duidelijk aantonen dat levergerichte procedures met SIR-Spheres in een aanzienlijk betere behandelingstolerantie en kwaliteit van leven heeft", aldus Professor Vilgrain. "Ik ben van mening dat in de toekomst deze overweging een cruciale factor bij het selecteren van een eerstelijnsbehandeling voor deze patiëntenpopulatie zal zijn."
Ongeveer 10% van de patiënten die een SIRT-behandeling kregen, werden met sorafenib behandeld, omdat gedurende de voorbereiding voor SIRT hun toestand verslechterde. Tijd tussen studie-inclusie en SIRT toediening was soms lang (volgens protocol ongeveer 3 weken), en werd soms nog uitgesteld vanwege allerhande technische kwesties in verband met de benodigde imaging en toediening van de bolletjes. In de klinische praktijk kan en moet die tijd aanzienlijk verkort worden, verklaarde Professor Vilgrain.
Professor Patrick Flamen, diensthoofd van de dienst Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Radiotherapie aan het Jules Bordet Instituut, Brussels en de nationale coördinator voor België voor het gebruikersnetwerk van SIRT gaf het volgende commentaar:
"Het SARAH-onderzoek is een belangrijke prospectieve en gerandomiseerde studie die SIRT vergeleken heeft met sorafenib, de huidige zorgstandaard voor gevorderd niet reseceerbaar hepatocellulair carcinoom. Alhoewel SIRT geen voordeel in algehele overleving aantoonde, gaf het onderzoek ook geen significant verschil in algemene overleving aan tussen de twee types behandelingen. De studieresultaten zijn wel degelijk zeer belangrijk omdat in de SIRT groep een betere levenskwaliteit, minder bijwerkingen en hogere tumorresponses genoteerd werden.
Deze secundaire eindpunten laten duidelijk zien dat SIRT voor sommige patiënten met lokaal gevorderde HCC een aantrekkelijke optie is en absoluut beschikbaar zou moeten zijn in het arsenaal van therapeutische mogelijkheden en technieken die clinici bij de behandeling van deze patiënten ter beschikking hebben."
Het SARAH-onderzoek betreft een gerandomiseerd, gecontroleerd, "open-label", multicentrisch fase 3 onderzoek dat door een onafhankelijke onderzoeker werd uitgevoerd. Patiënten met lokaal gevorderde of inoperabele HCC, en die niet op 2 andere behandelingen gereageerd hadden of twee mislukte pogingen van transarteriële chemo-embolisatie ondergaan hadden, werden gerandomiseerd naar SIRT met Y-90-harsmicrosferen, of 400 mg sorafenib tweemaal per dag (oraal).
Het primaire eindpunt van het onderzoek was de algehele overleving (OS) zoals hoferop reeds beschreven. Secundaire eindpunten waren progressievrije overleving (PFS), radiologische progressie in lever, radiologische progressie in het volledige lichaam, tumorrespons, kwaliteit van leven, veiligheid en toxiciteit.
Er waren 459 patiënten in 25 Franse klinische centra in het onderzoek opgenomen, waarvan 237 SIRT toegediend kregen. Mediane progressieve overleving (PFS) was 4,1 maanden en 3,7 maanden in respectievelijk de SIRT- en sorafenib-groep (p=0,765). Cumulatieve incidentie van radiologische progressie, waar dan ook, was voor beide groepen gelijk (p=0,256). Er waren in totaal in de SIRT-en sorafenib-groepen respectievelijk 1297 en 2837 aan de behandeling toegschreven ongewenste voorvallen (AEs - adverse events), waaronder respectievelijk 230 en 411 ernstige ongewenste voorvallen (graad ≥3).
Het aantal patiënten met tenminste één aan de behandeling toegschreven ongewenste voorval in de SIRT- en sorafenib-groepen was respectievelijk 173 (76,5%) en 203 (94,0%), (p<0,001), inclusief respectievelijk 92 (40,7%) en 136 (63, 0%) ongewenste voorvallen van graad ≥3, (p<0,001). Kwaliteit van leven, gemeten aan de hand van de wereldwijde gezondheidsschaal van de EORTC QLQ-C30 vragenlijst bleek aanzienlijk beter bij patiënten die SIRT toegediend kregen vergeleken met de sorafenib-groep (p=0,005) - een voorsprong dat in de loop van de tijd geneigd was toe te nemen (p=0,045).
Dr. Andrew Kennedy presenteerde op het onlangs gehouden ASCO Gastrointestinal Cancers Symposium een poster met één geactualiseerde overlevingsanalyse van de MORE-studie voor patiënten met gevorderde metastatische colorectale kanker in voornamelijk de lever, die worden behandeld met Selectieve Interne Radiotherapie (SIRT) waarbij gebruik wordt gemaakt van microsferen van hars die met radioactief ytrium-90 gelabeld zijn (SIR-Spheres®).
Patiënten werden in aanmerking genomen voor 90Y-radioembolisatie (RE), een andere naam voor SIRT, als zij gevorderde metastatische colorectale kanker in voornamelijk de lever hadden, die niet geschikt was voor een chirurgische of systemische behandeling of ablatie en die zich uitbreidde of niet reageerde op ten minste één lijn van systemische behandeling.
Patiënten ontvingen gemiddeld twee lijnen systemische chemotherapie (bereik 0-6) voorafgaand aan de behandeling met uitsluitend 90Y RE.
Alle patiënten met metastatische colorectale kanker die ten minste 1 RE-behandeling hadden ondergaan en 1 vervolgafspraak hadden gehad, werden opgenomen in deze analyse.
Gegevens over basiskenmerken, behandelgeschiedenis en bijwerkingen werden verzameld op de basislijn, bij de eerste 90Y RE-behandeling en alle vervolgafspraken of totdat de patiënt stierf. Overleving werd berekend vanaf de dag van de eerste 90Y RE-behandeling (dag 0) tot aan de dag van overlijden of de laatste vervolgafspraak. De medische dossiers en/of openbare archieven werden geraadpleegd om de overlijdensdatum vast te stellen.
Uitgebreid toezicht op overleving van patiënten uit de MORE-studie werd uitgevoerd tot september 2016. Gedurende de analyse verkregen dr. Kennedy en zijn collega's de overlijdensdata van 71 extra patiënten.
De Kaplan-Meier-methode werd gebruikt om geactualiseerde schattingen van de algemene overleving van alle patiënten te verkrijgen. 45% van de patiënten leefden één jaar na de 90Y RE-behandeling nog; echter minder dan 10% leefde 3 jaar na de behandeling nog.
De geactualiseerde algemene mediane overleving was 10 maanden (96% CI: 9,2-11,8) met een mediane follow-up van 9,5 maanden versus 9,6 maanden (95% CI: 9,0-11,1) met een mediane follow-up van 8,6 maanden, zoals vermeld in de eerste analyse van de MORE-studie.
Dr. Kennedy lichtte toe:
"Op het ASCO® Gastrointestinal Cancers Symposium presenteerden we gegevens over de langste follow-up-controle van mCRC-patiënten na behandeling met SIR-Spheres® ofwel yttrium-90 microsferen. De gegevens bevestigen onze oorspronkelijke bevindingen dat SIRT veilig en effectief is en significante klinische voordelen biedt voor patiënten, ongeacht hun leeftijd."
Professor Ricky Sharma, voorzitter van SUN, zei:
"Klinische studies die ook de oudere populatie onderzoeken, zijn in het bijzonder waardevol, want deze belangrijke groep patiënten is in traditionele klinische studies niet goed vertegenwoordigd. Uit klinische ervaring weten wij dat de SIRT-behandeling veilig is voor ouderen, en deze gegevens bevestigen dat en tonen de effectiviteit van de behandeling aan.
De gegevens uit de MORE-studie laten zien hoe goed SIRT getolereerd wordt, ongeacht de leeftijd. Ook is het belangrijk om op te merken dat SIRT als effectieve zelfstandige behandeling toegepast kan worden wanneer chemotherapie niet langer effectief is. In die gevallen is de alternatieve behandeling de zogenaamde salvage-therapie, en daar wordt niet altijd even goed op gereageerd. SIRT is mogelijk een gunstiger alternatief, dat in overweging genomen en besproken moet worden met patiënten die in aanmerking komen."
De MORE-studie was een retrospectieve analyse van 606 patiënten met gevorderde metastatische colorectale kanker in voornamelijk de lever die behandeld werden met selectieve interne radiotherapie (SIRT), waarbij gebruik werd gemaakt van yttrium-90 microsferen van hars (SIR-SpheresASCO®).
Patiënten werden opeenvolgend behandeld tussen juli 2002 en december 2011 bij één van 11 ervaren RE-centra in de VS. Een onafhankelijke organisatie voor contractonderzoek verzamelde de gegevens op de verschillende locaties. Alle centra ontvingen goedkeuring van institutionele beoordelingsraden voor deze studie.
In een onlangs in het vakblad Clinical Colorectal Cancer gepubliceerde nieuwe analyse van de MORE-dataset van 606 patiënten met metastatisch colorectaal carcinoom (mCRC), die werden behandeld met Sir-Spheres Y-90 harsmicrosferen, wordt bevestigd dat de leeftijd van patiënten geen hindernis is voor een passende behandeling met SIRT.
In het rapport werd geconcludeerd dat voor patiënten met een niet-operabele lever-dominante mCRC die in aanmerking komen voor radio-embolisatie (RE), Sir-Spheres Y-90 harsmicrosferen effectief lijken te zijn en goed verdragen lijken te worden, ongeacht de leeftijd.
In de studie wordt geconcludeerd dat ouderen bij de selectie van patiënten voor RE niet uitgesloten zouden mogen worden.
Andrew S. Kennedy, MD, Director, Radiation Oncology Research, Sarah Cannon Research Institute en hoofdauteur van het onderzoek, zei dat: "de analyse van de gegevens van het MORE-onderzoek bevestigt dat leeftijd alleen, patiënten niet zou moeten uitsluiten bij de overweging, of toediening van een behandeling met SIR-Spheres® Y-90 harsmicrosferen."
In het geheel kwam uit de studie naar voren dat 90Y-RE even goed werd getolereerd door oudere (≥ 70 jaar) en zeer oude (≥ 75 jaar) en jongere patiënten, zonder bewijs van een verhoogd risico op een door radio-embolisatie veroorzaakte leverziekte of hepatische leverdysfunctie bij ouderen, die tot 90 dagen na de procedure werden geëvalueerd.
In het algeheel was de incidentie van voorvallen graad 3 en hoger na radio-embolisatie met 90Y laag. Milde tot matige vermoeidheid kwam iets vaker voor bij de oudere dan bij de jongere patiënten, hoewel de verschillen tussen groepen statistisch niet significant waren.
Klinische praktijkpunten uit het onderzoek:
Referentie: Kennedy AS, Ball DS, Cohen SJ et al. Safety and efficacy of radioembolization in elderly (≥ 70 years) and younger patients with unresectable liver-dominant colorectal cancer. [Veiligheid en effectiviteit van radio-embolisatie bij oudere (≥ 70 jaar) en jongere patiënten met een niet-operabele lever-dominante colectoraal carcinoom]. Clinical Colorectal Cancer 2015 Nov 2; ePub doi: 10.1016/j.clcc.2015.09.001
Het onderzoek betrof een retrospectieve analyse van 160 oudere (≥ 70 jaar) en 446 jongere (< 70 jaar) opeenvolgende patiënten van 11 Amerikaanse behandelcentra die tussen juli 2002 en december 2011 werden behandeld door middel van radio-embolisatie met yttrium-90 (90Y) harsmicrosferen (90Y radio-embolisatie [90Y-RE]). Er werd een nadere analyse uitgevoerd betreffende 98 zeer oude patiënten (≥ 75 jaar).
Gemiddelde leeftijd (± standaard afwijking) bij de jongere (< 70 jaar), oudere (≥ 70 jaar), en zeer oude (≥ 75 jaar) cohorten was respectievelijk 55,9 ± 9,4 jaar, 77,2 ± 4,8 jaar, en 80,2 ± 3,8 jaar. De algehele overleving tussen oudere en jongere patiënten was gelijk: 9,3 maanden (95% betrouwbaarheidsinterval [BI], 8,0-12,1) en 9,7 maanden (95% BI, 9,0-11,4) (P. =.335). Er waren geen verschillen tussen cohorten voor ongewenste voorvallen (P =.433) of ongewenste voorvallen ingedeeld in graad 3 of hoger (P =.482). De analyse van patiënten ≥ 75 jaar en < 75 jaar bevestigde gelijke totale overleving (mediaan, respectievelijk 9,3 maanden tegen 9,6 maanden, ; P = .987) en graad 3+ ongewenste voorvallen (P = .398) of ongewenste voorvallen (P = .158) binnen 90 dagen na behandeling met RE.
De American Society for Clinical Oncology (ASCO), heeft het resumé van het SIRFLOX-onderzoek gepubliceerd als onderdeel van de 2015 Annual Meeting Abstracts. In deze resumé wordt melding gemaakt van een statistisch aanzienlijke verbetering in de mediaan van de progressievrije overleving (Progression-Free Survival, PFS) in de lever, wanneer FOLFOX chemotherapie (± bev) wordt gecombineerd met SIRT (Selective Internal Radiation Therapy) met harsmicrosferen met daarin yttrium-90 (Y-90), als een eerstelijnsbehandeling van patiënten met levermetastates van metastatisch colorectaal carcinoom (mCRC).
Belangrijkste punten uit het resumé van het onderzoek van SIRFLOX:
Clinici verwachten dat belangrijke nieuwe informatie zal volgen uit de sessie waarin de resumés mondeling worden gepresenteerd, wat tot een groter begrip zal leiden betreffende de implicaties en invloed van het onderzoek van SIRFLOX voor SIR-Spheres® Y-90 harsmicrosferen in eerstelijns metastatisch colorectaal carcinoom, en hoe dit mogelijk in klinische praktijk van toepassing is.
Overzicht van het resumé van het SIRFLOX-onderzoek:
In de eerstelijnsbehandeling van patiënten met inoperabele CRC-levermetastases gaf de toevoeging van SIRT aan standaardchemotherapie geen verbetering van de algehele progressievrije overleving.
De resultaten van het onderzoek van SIRFLOX toonden een statistisch significante verbetering in de mediaan van de progressievrije overleving (PFS) in de lever. De gerapporteerde mediaan van de progressievrije overleving in de lever was 20,5 maanden in de controlegroep bij behandeling met Sir-Spheres harsmicrosferen + mFOLFOX6 chemotherapie +/- biologische agent bevacizumab, tegen 12,6 maanden in de controlegroep bij behandeling met mFOLFOX6 +/- bevacizumab, met een P-waarde p=0,002 en een hazard ratio van HR=0,69.
Dit betekent dat er minder dan 0,2% kans was dat het resultaat in de lever uitsluitend aan kans te danken was en dat er een afname van 31% was qua risico op progressie van de tumor in de lever bij patiënten bij wie de behandeling toediening van Sir-Spheres harsmicrosferen bevatte tijdens het onderzoek.
Het volledige response percentage (CRR, Complete Response Rate) in de lever was 6% in de controlegroep bij behandeling met Sir-Spheres harsmicrosferen + mFOLFOX6 +/- bevacizumab, tegen 1,9 % in de controlegroep bij mFOLFOX6 +/- bevacizumab, met een P-waarde p=0,002. Het resultaat geeft aan dat er bij patiënten die Sir-Spheres harsmicrosferen als onderdeel van hun behandeling kregen, sprake was van ongeveer een drie maal hoger percentage van volledig verdwijnen van tumoren in de lever, vergeleken met patiënten die geen Sir-Spheres harsmicrosferen kregen.
De gegevens aangaande totale overleving (OS, Overall Survival) van het onderzoek van SIRFLOX worden gecombineerd met de FOXFIRE en FOXFIRE Global studies om een toereikend statistisch onderscheidingsvermogen te bieden met meer dan 1000 patiënten wereldwijd, om een klinisch significant verschil te ontdekken in totale overleving tussen SIR-Sir-Spheres en controlegroepen. Analyse van de totale overleving van het SIRFLOX-onderzoek kan op dit moment niet verder worden ontwikkeld vanwege (a) vertekening en (b) statistisch onderscheidingsvermogen voor deze onderzoeken. Algehele gegevens betreffende totale overleving worden in 2017 verwacht.
Over ASCO
De jaarlijkse bijeenkomst van ASCO brengt 30.000 oncologen vanuit de hele wereld samen. Tijdens educatieve sessies wordt door vooraanstaande faculteiten gediscussieerd over de meest geavanceerde behandelingsmogelijkheden, nieuwe therapieën en aanhoudende controverses in het vakgebied. In wetenschappelijke sessies wordt het meest recente, baanbrekende onderzoek mondeling en in posterformaat gepresenteerd.
De gegevens van SIRFLOX worden op zaterdag 30 mei 2015 om 15.00u tijdens de sessie met mondelinge presentaties bij ASCO uur gepresenteerd door Dr. Peter Gibbs.
Over SIRFLOX
Het onderzoek van SIRFLOX is een internationaal, gerandomiseerd gecontroleerd multicentrisch onderzoek dat werd uitgevoerd onder 500 patiënten met mCRC, bij wie de ziekte inoperabel was en zich had uitgezaaid naar hetzij alleen de lever, hetzij de lever en tevens naar een beperkt aantal locaties buiten de lever, zoals lymfeknopen en de longen. Het onderzoek vond plaats in meer dan 100 ziekenhuizen, verspreid over Australië, Europa, Israël, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. SIRFLOX is het eerste, grote, gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek waarin het gebruik van SIRT (selectieve, interne bestralingstherapie, ook bekend als radio-embolisatie) in de behandeling van colorectale levermetastases is onderzocht. Voor meer informatie, ga naar www.sirflox.com
Dit is een forum met beperkte toegang voor alle clinici die betrokken zijn bij de SIRT-procedure om 'best practices' en ervaringen te kunnen delen.
Klik hier om deel te nemen of aan te melden
Er is een speciale website voor SIRT-patiënten in het VK, hun families en verzorgers, genaamd My SIRT Story.
Klik hier om meer te weten te komen